Product informatie

Inhoudsopgave :

 

BRANDSTOF.

M.i.v. 1 oktober 2019 is euro95  bijna niet meer te verkrijgen.

Voor benzine heb je nu de aanduiding E10 en E 5.

Voor TIMBERPRO  is E5   te gebruiken als brandstof inplaats van euro 95. ( Bij 2Takt motoren uiteraard blijven mengen met 2taktolie in de zelfde verhouding )

 

KETTINGZAAG.................................................................................................................................................................................................................................................................... 1

BOSMAAIER.................................................................................................................................................................................................................................................................. 3

 

KETTINGZAAG

 

Onderhoud je kettingzaag goed .

Werk geconcentreerd.

Controleer de zaag regelmatig .

Start volgens de gebruiksaanwijzing.

Denk aan veiligheid.

Werkzaamheden.

Een kettingzaag is ideaal gereedschap voor het zagen van haardhout , het in vorm houden van bomen en het vellen van bomen. De ideale machine  voor houtwerkzaamheden rond het huis, op het erf en in je tuin.

Elektrisch - benzine?

Kettingzagen worden elektrisch of met benzinemotor aangedreven. De elektrische kettingzaag is lichter, goedkoper en maakt minder lawaai. Door het snoer is je bewegingsvrijheid beperkt. Een kettingzaag met benzine motor is krachtiger, veiliger en handzamer. De zaag maakt meer lawaai en is zwaarder, wat het zagen op moeilijk bereikbare plaatsen lastig maakt. Kies een zaag op basis van je gebruik:

Elektrisch: zagen van dunne struiken en licht haardhout dicht bij huis met stroomvoorziening.

Benzinemotor: zagen van zwaar haardhout, constructiewerk en vellen van struiken en bomen .  

Let bij de aanschaf ook goed op de veiligheidsvoorzieningen van de machine.

Voorzorgsmaatregelen

Veiligheid

Controleer voor je begint met zagen of je  kleding  compleet is en goed zit:

     De kleding moet goed aansluiten en mag niet hinderen.

     Draag een broek met zaagprotectie of beenbeschermers.

     Draag veiligheidsschoenen met antislipzool, zaagprotectie en een stalen neus.

     Draag gezichts- en oorbescherming.

     Draag stevige handschoenen.

     Draag een helm als je bomen of struiken boven schouderhoogte zaagt.

Controleer regelmatig

Onderhoud je kettingzaag goed, zo verminder je de kans op ongelukken en gaat de zaag langer mee. Controleer daarom je kettingzaag regelmatig. Volg de handleiding om de machine te demonteren en controleer of het zaagblad niet verbogen of beschadigd is. Let ook op eventuele scheurtjes. Zelfs kleine beschadigingen zijn gevaarlijk. Vervang het beschadigde zaagblad voordat je hem opnieuw gebruikt. Slijp  of laat de ketting slijpen  als hij bot is.

Voor  je gaat zagen.

Controleer voor je begint te zagen de volgende punten:

Zitten er onderdelen los?

Controleer de kettingzaagolie en vul deze zo nodig aan. Te weinig kettingolie beschadigt de geleider en   

ketting.      

Is de benzinekettingzaag gevuld met 2-takt brandstof? Gebruik steeds dezelfde brandstof, dat verlengt de levensduur

Werkt de kettingzaagrem?

 

Controleer de kabel op breuk. Gebruik een kabel die minimaal bestand is tot 3000 watt.

Controleer de kettingspanning.

De ketting spannen

De ketting moet soepel over de geleider lopen. Pak met twee vingers de ketting aan de bovenkant, in
het midden van de geleider vast. Als het onderste puntje van de ketting net de geleider raakt is de
kettingspanning goed. Afhankelijk van je kettingzaag span je deze op twee manieren:

Met een snelspanknop  of  moeren los draaien  zodat de kettinggeleider kan glijden om de ketting met de kettingspanner weer op juiste spanning te brengen.

Starten van de zaag

 Volg de volgende stappen voordat je de zaag start:

 Lees in de gebruiksaanwijzing hoe je de zaag start

 Zorg voor een stabiele en schone ondergrond.

 Zorg dat er geen mensen in je directe omgeving zijn.

 

Veiligwerken

Blijf rustig en geconcentreerd

Werk beheerst, weloverwogen en voorzichtig. Houd de zaag steeds met beide handen vast, met de duimen rond de handgrepen. Werk je laag? Buig dan niet voorover maar ga door je knieën. Werk liever niet boven schouderhoogte.

Voorkom terugslag

Terugslag veroorzaakt de meeste ongelukken. Als de zaag uit de zaagsnede glipt, heb je hem niet meer onder controle. Werk daarom nooit met de neus van het zaagblad en zaag nooit meerdere takken tegelijk. Verwijder eerst dode takken en metalen voorwerpen uit het hout. Zorg dat de zaag nooit in het hout vast komt te zitten. Houd de zaagsnede open met stevige wiggen en zet het zaagblad voorzichtig in een vooraf ingezaagde opening.

Na het zagen

Zet de kettingzaag uit en doe meteen de beschermkap om het zaagblad als je klaar bent. Draag de kettingzaag met het zaagblad van je af.

Opnieuw spannen van de ketting

Laat de ketting en zaag afkoelen. Controleer daarna de kettingspanning. De ketting rekt tijdens het zagen een beetje op waardoor deze los hangt. Span de ketting opnieuw of verwissel de ketting voor een volgende zaagbeurt. Span of verwissel de ketting niet als deze nog warm is. Door het afkoelen trekt de ketting nog samen, zeker bij vrieskou. Er ontstaat bij een te strakke ketting ernstige schade aan de geleider of aan de krukas van de motor. Als je de ketting helemaal verwisselt, reinig dan eerst de groef van de geleider door een schroevendraaier door de groef te bewegen. Leg de ketting in de juiste richting op de geleider.

Je motorzaag reinigen

Maak het bedieningselement altijd schoon met een droge doek, fijn harige borstel of hogedruk luchtspuit. Vergeet niet ook de aanzuigsleuven van de koeling schoon te maken. Controleer na het schoonmaken of alle bewegende delen soepel lopen en spuit ze zo nodig in met een multispray. Dat reinigt, smeert en beschermt tegen corrosie. Demonteer de ketting van de geleider en maak de ketting en geleider schoon.

Langer dan drie maanden niet in gebruik?

Tap de benzine af als je de motorkettingzaag een langere periode niet gebruikt. Laat de motor draaien totdat de carburateur is leeggezogen en de motor afslaat. Zo verleng je de levensduur van de membranen.  

Vul alvast de kettingolie bij. Berg de motorzaag altijd op een veilige, droge en vorstvrije plek op.

 

 

BOSMAAIER

 

 

BOSMAAIER IN DE  PRAKTIJK.

  • Houd rekening met  omstanders, verkeer, objecten en bebouwing. Binnen een straal van 15 meter mogen zich geen andere personen bevinden.
  • Bevinden zich personen binnen een straal van 15 meter. Scherm het wegslingerend materiaal af of zorg dat het materiaal niet richting de personen slingert.
  • Loop bij het maaien van de randen van een veld altijd tegen de klok in. Dan komt het materiaal op het veld terecht en niet bij de weggebruiker. Dit zorgt ook voor kwalitatief beter maaiwerk.
  • Hef storingen pas op als de machine is uitgeschakeld, volledig stilstaat en is uitgedraaid.
  • Gebruik een gevaarlijke machine niet meer. 
  • Trilt de bosmaaier meer dan normaal: controleer het maaigarnituur.
  • Laat de bosmaaier niet onnodig stationair draaien

Veilig en comfortabel werken met bosmaaier

 De nodige veiligheidsmaatregelen in acht nemen is noodzakelijk wanneer er met een bosmaaier gewerkt wordt omwille van het zeer hoge toerental waaraan het snijgarnituur draait. Doorgaans acht men de gebruiker van het motorapparaat verantwoordelijk voor ongevallen die andere personen of hun eigendommen overkomen.

Gebruik de bosmaaier - afhankelijk van het gemonteerde snijgarnituur - alleen waar deze voor bedoeld is: het maaien van gras, wildgroei, struikgewas, kleine houtopslag. Bij aanschaf van een motorzeis

krijgt de koper een uitgebreide handleiding mee van zijn leverancier die hij geacht is voor het eerste gebruik goed door te lezen en deze handleiding te bewaren. Handig bij de aankoop kan zijn om de verkoper de basisuitleg te laten geven van hoe men veilig met het apparaat omgaat.

Persoonlijke beschermings maatregelen.

De beschermkap van de motorzeis kan de gebruiker niet tegen alle voorwerpen beschermen die door het snijgarnituur worden weggeslingerd. Wegvliegende voorwerpen kunnen immers afketsen en terug de gebruiker treffen. De juiste persoonlijke beschermingsmiddelen aanwenden is dus aangewezen. Voornamelijk gelaatsbescherming in de vorm van een veiligheidsbril of gezichtsvizier is dan ook een minimale vereiste aan persoonlijke beschermingsmiddelen.

Een veiligheidshelm opzetten zal niet nodig zijn bij het maaien van gras in open vlaktes, maar moet men wel aanwenden als men houtopslag maait in bosrijke omgeving. Afhankelijk van de situatie en de werkomstandigheden zullen de aangewende persoonlijke beschermingsmiddelen dus kunnen variëren. Dit kan men ook zeggen over veiligheidsschoenen. Wanneer men aan het werk is met een draadmaaikop zal stevig schoeisel voldoende zijn.Werkt men echter met een metalen maaiblad, dan zijn hoge veiligheidsschoenen met stalen neus sterk aanbevolen.

Over het nut van het dragen van handschoenen en aansluitende kledij zal niet iedereen uit de praktijk het eens zijn. Feit is dat ze een zekere bescherming kunnen bieden tegen rondvliegende objecten. Nuttig om weten is dat aansluitende kledij en handschoenen bescherming bieden tegen het sap van de planten, dat soms (huid)irritaties kan geven. In de zomer wordt bijvoorbeeld de plant 'Berenklauw' nog al veel afgemaaid, waarbij het snijgarnituur ervoor zorgt dat er kleine versnipperde plantendeeltjes rondvliegen en (het gelaat, blote benen en armen van) de gebruiker kunnen treffen. Afhankelijk van de persoon kan er bij het contact met het plantensap van 'Berenklauw' een erge reactie ontstaan die zich uit in lichte brandwonden. Deze vlekken ogen niet steeds mooi, maar zijn wel vermijdbaar door het dragen van aansluitende kledij, handschoenen en gelaatsbescherming. Bij tropische zomerse temperaturen is dit helaas niet even aangenaam .

Alvorens te starten

Voor benzineaangedreven bosmaaiers is enige aandacht bij het tanken van de brandstof aangewezen daar deze bijzonder licht ontvlambaar is. Uit de buurt blijven van open vuur en niet roken is geboden. Tank ook steeds bij een uitgeschakelde motor op een goed geventileerde plek.

Handleidingen van fabrikanten van bosmaaiers melden om de machine niet te tanken als de motor nog heet is. In praktijksituaties zal dit niet steeds haalbaar zijn, waardoor voldoende oplettendheid geboden is. Wanneer men reeds met de bosmaaier gewerkt heeft en er moet bijgetankt worden, draai de tankdop steeds voorzichtig en langzaam los, zodat de heersende overdruk langzaam kan afbouwen en er geen benzine uit de tank kan spuiten.

Alvorens de bosmaaier te starten, controleer of het apparaat in goede staat verkeert. Alle onderdelen moeten correct en degelijk zijn gemonteerd. Heb hier zeker de nodige aandacht voor als men pas een ander snijgarnituur heeft gemonteerd, ook de gepaste veiligheidsinrichting (beschermkap) moet zijn gemonteerd. Twee aandachtspuntjes zijn de gashendel, deze moet automatisch in de stationaire stand terugveren als men hem loslaat, en de bougiestekker moet men op vastzitten controleren. Als deze loskomt, kunnen er vonken ontstaan en eventuele benzine laten ontbranden.

Belangrijk voor het gebruik van de bosmaaier is dat de handgrepen schoon en droog zijn, bv. vrij van olie en vuil, zodat men het apparaat stevig in de hand heeft voor een veilige bediening. Rond de uitlaat is een afschermvoorziening aanwezig die vermijdt dat men brandwonden kan oplopen, ook deze voorziening moet steeds intact zijn.

Om het comfort te bevorderen tijdens het werk moet de handgreep en het draagstel comform de lichaamsbouw van de gebruiker zijn afgesteld. Binnen de landen van de Europese Unie geldt dat bosmaaiers uitgerust met grassnijbladen, slagmessen en hakselmessen in combinatie moeten gebruikt worden met een enkel of dubbel draagstel. Bosmaaiers met een cirkelzaagblad moeten in combinatie met een dubbel draagstel gebruikt worden.

Aan de slag

Raadzaam is om de motorzeis te starten op enige afstand van de plek waar getankt is. Start de bosmaaier door hem op een vlakke ondergrond te leggen en goed vast te houden. Voorkom dat het snijgarnituur de grond raakt, omdat dit tijdens het starten voorwerpen kan doen wegslingeren. Controleer na het starten het stationair toerental, bij losgelaten gashendel moet het snijgarnituur stil staan.

Hou het motorapparaat steeds met beide handen vast op de daarvoor voorziene handgrepen. Afhankelijk of de motorzeis met een dubbele handgreep dan wel met een beugelhandgreep is uitgerust, kan de positie van de handen verschillen.

Snijgarnituur

Afhankelijk of het snijgarnituur een metalen mes is dan wel een maaikop met maaidraad, verschilt ook de veiligheidskap. Zorg ervoor dat steeds de correcte versie is gemonteerd. Verander enkel bij een uitgeschakelde motor het snijgarnituur en de beschermkap, eventueel kan men tijdens dit werk ook de bougiestekker lostrekken.

Handig is dat de beschermkap van een draadmaaikop een ingebouwd mesje bevat om de maaidraad op juiste lengte af te snijden. Zo wordt voorkomen dat men werkt met een te lange maaidraad. Indien er toch gewerkt wordt met een te lange maaidraad, kan het werktoerental van de motor verlaagd worden en eventueel de koppeling constant doorslippen. Oververhitting en beschadiging van belangrijke onderdelen kunnen het gevolg zijn.

Heb bij metalen snijgarnituur regelmatig oog voor de scherpheid van de snijvlakken. Botte of verkeerd geslepen snijkanten kunnen leiden tot een verhoogde belasting van het snijgarnituur, waardoor mogelijks gescheurde of gebroken snijgarnituur kan optreden met kans op letsel.

Gras en andere vegetatieresten kunnen zich rond het aandrijfhuis van de bosmaaier ophopen. Verwijder deze regelmatig bij uitgeschakelde motor.

Terugslag

Bij gebruik van metalen snijgarnituren (grassnijblad, slagmes, hakselmes, cirkelzaagblad) bestaat de kans op terugslag, als het snijgarnituur een niet meegevend obstakel (boomstam, tak, boomstronk, steen,...) raakt. De bosmaaier slaat hierbij terug tegen de draairichting van het snijgarnituur in. In de meeste gevallen draait het snijgarnituur naar links (gezien vanuit de positie van de bedienaar), bij terugslag zal de motorzeis dus naar rechts uitwijken. De kans op terugslag is het grootst als het snijgarnituur een obstakel raakt op de rechter helft (voornamelijk rechtsboven).

Preventieve maatregelen om kans op terugslag te vermijden uiten zich in het op veilige afstand houden van omstaanders. Probeer ongewenst contact met objecten steeds te vermijden. Maai zo veel als mogelijk van rechts naar links, zo is er het minste kans op terugslaggevaar

 

ONKRUID BESTRIJDEN.

De bosmaaier gebruiken voor onkruid bestrijden in plaats van te spuiten. Hiervoor gebruikt men een onkruidborstel.

De onkruidborstel op uw bosmaaier monteren. Allereest krijgt u, indien u bij ons een onkruidborstel besteld, deze geleverd met een reduceerring. Het is handig als we eerst gaan bepalen of u deze ring wel of niet nodig heeft. Dit is afhankelijk van de diameter van de as van uw bosmaaier. Het asgat van de onkruidborstel is 25.4mm. Indien de diameter van uw bosmaaier niet 25.4mm, maar 20.0mm is, gebruikt u de reduceerring.

De onkruidborstel te monteren. Eerst haalt u uw maaimes of maaikop van de machine af. U kunt u deze verwijderen door de kop te blokkeren met een inbussleutel. In de kop zit meestal een gat, waarmee u de kop kunt blokkeren . Vervolgens kunt u met een bougiesleutel het maaimes verwijderen. Let op: de moer van een bosmaaier heeft altijd een linkse draad. Daardoor dient u de moer andersom los te draaien.

Na het demonteren van de maaikop, kunt u de onkruidborstel weer monteren. Let hierbij op dat u eerst de onkruidborstel monteert, en dan pas het bevestigingsplaatje waarmee deze geklemd wordt.

Indien er momenteel een maaikop met adaptiebout op uw bosmaaier gemonteerd zit, dient u eerst de maaikop en de adaptiebout te verwijderen. Vervolgens kunt u door middel van de bevestigingsonderdelen (deze worden standaard bij elke bosmaaier geleverd), op de manier zoals die hierboven is beschreven, monteren.

Na het monteren van de onkruidborstel te hebben behandeld, is het tijd voor een aantal tips voor het gebruik ervan. Indien u voor het eerst een onkruidborstel gebruikt, of van plan bent er 1 te bestellen, dient u eerste te controleren of uw machine genoeg vermogen heeft. Wij raden u aan, de onkruidborstel pas te gebruiken bij een vermogen vanaf 35-40cc.

Tijd voor de tweede tip: het instellen van uw bosmaaier. Voordat u begint met borstelen, is het handig om de bosmaaier goed af te stellen. Door het monteren van de (over het algemeen) zwaardere onkruidborstel, is de bosmaaier vaak niet meer in balans. Wanneer u de bosmaaier weer instelt, zorg er dan voor dat wanneer u de bosmaaier aan uw harnas heeft hangen, dat deze met de kop net boven de grond zweeft.

Dan het borstelen zelf, om uw machine zo min mogelijk te belasten en zo effectief mogelijk te borstelen is het belangrijk dat u uw bosmaaier een beetje schuin naar links kantelt tijdens het borstelen. De hoek die u hierbij kunt aanhouden is ongeveer 5-10 graden. Wanneer u voor lange tijd uw onkruidborstel gaat gebruiken, kunt u de kop van uw bosmaaier ook een paar graden kantelen. Zo hoeft u de bosmaaier zelf niet de hele tijd schuin te houden, maar staat de onkruidborstelkop vanzelf schuin.

Tot slot een laatste tip voor de grootverbruiker: wanneer u van plan bent wekelijks uren te borstelen, schaft u dan echt een ECO Brush onkruidborstel aan. Wanneer de borstels van deze kop zijn versleten hoeft u niet de hele onkruidborstel te vervangen, maar kunt u weer een setje losse borstels monteren. De kop is duurder in aanschaf, maar op lange termijn zal deze zich zeker terugbetalen.  

 

 Zie de webwinkel bij "accessoires bosmaaier" voor de onkruidborstels